vrijdag 16 januari 2015

Jimmy


Niet lachen maar Jan is zwanger van een teckel. Iets met donkerbruin en flapperende oortjes. Na twee kinderen wil ze toch nog een keer het gezin uitbreiden. Een hond dus. En wij verheugen ons er net zo op als zij. Een paar jaar geleden namelijk kwam Jimmy bij ons. Jimmy is het lelijkste gedrocht uit een nest van tien. We zouden alleen even gaan kijken. Whahahaha. Kijken is kopen als het gaat om puppy's waar je met de kinderen naar 'gaat kijken'. Jan is dus wijs en neemt de kinderen niet mee als ze zondag gaat kijken. Ik veeg nu de lachtranen uit mijn ogen want ik ken Jan. En ik ken Teun. Zondagavond zitten Jan en Teun verlekkerd naar de foto's en de filmpjes te kijken, gezellig samen met de kinderen, hebben ze onderweg in België al een kek halsbandje gekocht en heeft Jan via internet een bench, een voerbakje, een kussen, 18 speeltjes en een zak puppybrokken besteld. Over namen zijn we nu al aan het Appen. 'Unox' is favoriet maar mag niet van Teun. We laten het weten als werknaam 'Koffie' zijn definitieve roepnaam heeft ontvangen.

Bij ons is er dus Jimmy. Jimmy zou niet heel groot worden, gladharig zijn, en een braaf karakter openbaren als de puppypubertijd eenmaal voorbij zou zijn. Tsja. Iedere zondagavond moet ik drie vierkante meter hond kammen. Zeker een uur ben ik daar mee bezig. En maken we voor de gein altijd een rekensommetje wat hij deze week weer heeft aangericht. Karbonades die hij van het aanrecht heeft geroofd, en o ja mijn rode pumps die hij heeft verrampeneerd. Met de fleece deken van Nietzel, een kip, de ochtendkrant en de lunch van Hans, zitten we meestal toch wel op een eurootje of honderd.

Jimmy banjert vrolijk en blij door het leven. Hij is dol op ons, op het leven in het algemeen en vooral mateloos gek van andere honden. Daarom regel ik elke woensdag een playdate voor hem. Eerst mag Jimmy mij een uur of anderhalf door het dorp sleuren (geen puppycursus gehad) en daarna donderjagen bij ons in de tuin, samen met zijn Mattie. Nadat Mattie weer naar huis is, moet ik de boel dweilen. En hier en hier en daar gras transplanteren. Die pollen kweek ik speciaal. Niet gelogen. Het gaat er namelijk nogal ruig aan toe. En Jimmy en Mattie houden allebei heel erg van graven. Graven vinden ze het allerleukste.

Zo'n dag van Jimmy eindigt meestal op een bed van één van de kinderen. De hoogslapers zijn speciaal voor Jim afgezaagd. Anders is het zo ongezellig voor Jim. Jim springt 's avonds van de één naar de ander. Tomeloos verliefd op elk van onze kinderen. Het beddengoed wordt tegenwoordig wat vaker gewassen vanwege de modderpoten van Jim. Boos mag ik niet worden op hem. Ten opzichte van Jimmy laten de kinderen een oneindige verdraagzaamheid zien. Al hun liefde gaat er naar toe. En daarom tolereer ik Jimmy. Met zijn strapatsen. Als ik thuiskom ligt hij voor de deur te wachten. Om half elf sharp gaat hij Hans alvast aanwijzen waar zijn riempje ligt, en met zijn body language, eindeloos uitrekken en kwispelen, duidelijk maken, dat hij klaar is voor het ommetje.

Jimmy hoort bij ons met zijn gekke streken. En daarom hebben we ook trek in Koffie.

Eddy

zaterdag 20 december 2014

La vie en rosé


Het is de vrijdag van de eindejaarsborrel. We hebben keihard gewerkt en zijn toe aan wat extra dagen vrij. Leve de kerst! Eindelijk wat meer tijd voor de kinderen en het gezin. Lekker knus samen zijn met de kaarsen aan. Om half vijf stoppen we al met werken. De computers gaan uit en iedereen begeeft zich naar de kantine. Bij de ingang word ik welkom geheten door een knappe kerel van de catering die een dienblad vol champagne vast houdt. Na enkele minuten begint de baas met zijn speech waarbij we eindigen met een toost op een geslaagd jaar. Proost! Na het harde werken van de afgelopen maanden is iedereen nu nogal uitgelaten. Het is dan ook onverwachts gezellig, voor een werk-borrel dan. Ik probeer Teun een berichtje te sturen om hem te vragen of hij de kinderen een keertje van de buitenschoolse opvang kan halen. Ondertussen pak ik nog een rosétje aan van mijn knappe cateringvriend. Hij heeft feilloos in de gaten dat hij bij ons groepje collega’s in de buurt moet blijven. Ik ga naar het toilet en merk dat de glazen wijn me toch wel naar het hoofd zijn gestegen. Niet handig! Als dat opvalt wordt er zeker over geluld. Op mijn mobieltje zie ik dat Teun nog niet heeft gereageerd. Die heeft zelf ook borrel op zijn werk en gaat er natuurlijk weer vanuit dat ik de kinderen regel. Nog één glaasje en dan ga ik mijn lieverdjes zelf wel ophalen. Inmiddels komen ze met borrelhapjes langs die ik per drie van het dienblad gris. Met wat voedsel in mijn maag voel ik me vast minder duizelig.

Een leuk gesprek en twee rosétjes later, begeef ik me richting auto. Maar waar zijn toch die verdomde autosleutels? Ik kiep mijn tas ondersteboven en ga op mijn knieën zitten om mijn sleutels te zoeken en de rest weer in mijn tas te proppen. Mijn baas loopt langs en vraagt me of alles wel oké is. Ik besef me dat ik niet erg professioneel overkom al op de grond zittende terwijl ik mijn lipstick, kauwgom en tampons bij elkaar graai. Ondertussen heb ik wel mijn sleutels gevonden! Dan dient het volgende probleem zich aan. Waar heb ik mijn auto geparkeerd? Ik ga midden op de parkeerplaats staan en hou mijn sleutel in de lucht terwijl ik op ontgrendelen klik. Een paar auto’s verder zie ik de alarmlichten knipperen. Gevonden! Fijn die technologie.

De buitenschoolse opvang is gelukkig bij ons in de straat. Pfff, het is inmiddels al behoorlijk laat zie ik op mijn gouden Breitling. Ik duw het gaspedaal verder in en haast me naar “De Rakkertjes”. Aangekomen bij de opvang krijg ik een afkeurende blik van de leidster. Max en Mirre hebben hun pyjama al aangekregen. De leidster vertelt me dat ze erg moe zijn en ook honger hebben. Zij heeft ze net nog een banaan gegeven om de eerste trek te stillen. Ja, eh druk op het werk, vergadering liep uit, .. stamel ik. Inmiddels staat Max boos kijkend naast me en hangt Mirre huilend aan mijn been. Ik til haar op en loop met mijn twee kinderen naar de auto. “Max, jij kunt jezelf wel vast maken”, spreek ik hem liefdevol toe. Max loopt vermoeid naar de andere kant en klimt in de auto. Ondertussen til ik Mirre in haar stoeltje. Op het moment dat ik haar gordel vastklik, kijk ik haar aan. De grond lijkt onder mijn voeten te verdwijnen. Dit is Mirre niet… maar een blond jochie met wat langer haar. Ik was er vanuit gegaan dat het kind, dat zich aan mijn been klampte, het mijne was. Gauw maak ik hem los en til ik hem uit de auto. Waarom roept dat joch ook niet om zijn moeder. Raar kind! De leidster komt aangerend met Mirre. Ik durf haar niet aan te kijken en met een verhitte wangen pak ik Mirre van haar aan.

Thuisgekomen maak ik gauw wat te eten klaar. Teun is nog nergens te bekennen. De kinderen hebben rode wangen van de slaap en zelf sta ik te draaien op mijn benen. Na het eten breng ik de kleintjes naar bed en plof op de bank. Ik zie nog net het begin van het acht uur journaal en val dan in slaap.

De volgende dag is het gelukkig zaterdag. Rustig aan dus en lekker geen wekker. Die middag hebben we een kerstborrel bij mijn schoonfamilie. Teun heb ik niet durven vertellen hoe de dag ervoor is verlopen. Mijn hoofd bonkt nog na en ik ben misselijk. Maandag na kerst moet ik me weer vertonen bij de naschoolse opvang en bij mijn baas. Gelukkig zit er een weekje tussen en zijn ze het dan misschien vergeten. Binnen bij mijn schoonouders is het een gezellige boel. Mijn schoonvader vraagt me wat ik wil drinken. Hij heeft speciaal voor mij een goede rosé in huis gehaald. 'Rosé bevalt me niet zo goed meer', bedank ik vriendelijk. "Doe mij maar een droge witte."

Jan

zondag 7 december 2014

Het gelijk op het schoolplein



Soms sta ik er wel eens wat langer. Op het schoolplein. En ik ken ze allemaal. De moeder van Dirk-Jan. De mama van Deveney. De papa van Mohamed en de stiefpapa van Dilano. Anders dan in het Gooi, heb je hier in een Brabants dorp op de basisschool een afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Waar je in het Gooi in de file staat voor het schoolplein, iedereen met de auto, komen hier als de schoolbel gaat kinderen, ouders, steppend, mountainbikend, bakfietsend, lopend of skeelerend aangesneld.

De meeste mama's, als er al een tweede auto is, rijden keurig in een mini Daihatsu, fiat pinda of een ander boodschappenautootje. In ieder geval een stuk bescheidener dan de leasebak of de bestelbus van den kostwinner. Verder zijn kindjes, in alle schakeringen tussen  blond en zwart aanwezig. Dit in tegenstelling tot het enkele excuus Chineesje dat je doorgaans in Blaricum tegenkomt.

De discussies zijn navenant. We hebben het niet over arrivage van de nieuwe wintercollectie in de PC, hoeveel alimentatie je hebt binnengesleept, of over een stiekeme vunzige SOA die in bepaalde wijken heerst. Er zijn hier rangen en standen. Voor de duidelijkheid ingedeeld op basis van de voornaam van je kind.. Deveney,  Kimberley, Latoya, Dilano, zeg Engels of ander buitenlands ver weg, is hier een categorie. Dan oud Nederlandsch: Brechtje, Dirk Jan, Pieter, andere hoek. Hip heeft een paar subculturen: Sam, Max, Sem, Jip, Moos: de Esprit Mama's. Lara, Mees, Senne en Pibbe. De H&M Mama's. Er is ook nog een kleine groep überhip, maar überhip is in de randstad gedeeltelijk al weer uit. Want Storm, Wolf, en Zilver zijn hier Early Adapters, te Oud-Zuid in het bejaardentehuis zitten er al die zo heten.

Sommigen trekken zich niks aan van de ranking en ouwehoeren met iedereen. De mama van Fatima kent werkelijk het hele dorp. Ook ik doe niet mee met de verstandshuwelijken die nu al gesloten zijn. Mijn kinderen spelen met wie ze aardig vinden. Punt. Het zou wel handig zijn als ze met de kinderen van mijn vriendinnen spelen, om 5 uur ophalen van een play date is toch een vijf die in de klok zit nietwaar, maar het matcht niet altijd en ik dwing het niet af. En daarom ken ik inmiddels nogal wat moeders en vaders. De gesprekken op het schoolplein gaan over kinderen, en moeders die je wel kent maar die op een ander hoekje staan. En over de juffen. Meestal praten wij over de juffen.

'Juf Marjolein is een moordwijf' hoor ik een moeder opgelucht zeggen. Dat is niet waar hoor, juf Marjolein is een kutwijf. En als je niet oppast heb je ruzie met juf Marjolein. Ze is duidelijk,  resoluut en intens gemeen. Elke ochtend lijkt er wel een onnozele hals te zijn die het probeert: 'Ons Mette zit niet lekker in haar vel', Joost heeft oorontsteking en hoort momenteel niks nie, Willemijn blijkt toch een kleurstofallergie te hebben en gooit momenteel haar kont tegen de krib en.."GOED!!" bitst juf Marjolein, 'we kijken wel hoe het gaat! En als u me nu wilt excuseren, ik ga met mijn les beginnen. En ze klapt streng in haar handen. De kinderen reageren onmiddellijk. Stellen zich op in rijen van twee, en marcheren de klas binnen. Juf Marjolein takes no shit. Alleen als je uiterst vriendelijk en zeer nederig de homeopathische slangengifkorrels tegen de overgevoeligheid voor zaden en noten  afgeeft kan het zijn, als ze een goede dag heeft, dat ze die ook toedient. Maar dan moet je het wel héél vriendelijk vragen. En dingen in de week gezet hebben met haar verjaardag. Bonbons, muffins, bioscoopbonnen, dat soort werk. En je bent altijd opgelucht als juf Marjolein weer goed op je is.

Juffrouw Cecile echter, moet zich 's ochtends door de moedermenigte heen wurmen, ze hoort lijdzaam alle discalculie- huisstofmijtallergie- en andere needs voor VIP behandelingen van 't jong aan. Juf Cecile is vers van de Pabo en dead meat in de handen van de moedermaffia. Luisteren zul je, het gaat hier over mijn kind!!!! Relativeren doe je maar thuis, op het schoolplein gaat het over het genetisch topmateriaal. Dwars door alle rangen en standen heen, dat dan weer wel.

Jan noemt me een kameleon, ik waai met alle winden mee want ik ken de moeder van Dilano, de papa van Dave en de stiefmoeder van Britt. En na 5 minuten gebabbel begin ik ook de neiging te krijgen streng in mijn handen te klappen. Want de test op ADD van Peggy is de vierde op rij, en die chronische verkoudheid van Peter houdt ook maar niet op. Toch moet je er naar luisteren. Ik moet ze eigenlijk wel gelijk geven: juf Marjolein is een tof moordwijf.

Eddy

zaterdag 29 november 2014

Treehugger



Mijn vriendin Sylvia is een beetje apart. Een beetje veel zelfs. Ze is een heks en zo noemt ze zichzelf dus ook. Ze leest boeken over hekserij en andere natuurreligies. Thuis brandt ze wierook en praat ze met geesten. Dat vindt ze heel normaal. Overal hangen dromenvangers en staan boeddha-beeldjes. Uiteraard is ze gek op katten en heeft ze er daar vier van rondlopen. Saai is ze dus allerminst! Regelmatig sluit ze zichzelf op in haar tuinhuisje dat ze heeft ingericht als creatief heksenkantoor. Zij is de tegenpool van alle gemene, boze heksen in sprookjes en films en DE reden dat mijn kinderen nooit bang zijn. Want wij hebben altijd Syl nog, de goede heks! Ons kan niks overkomen.

De eerste keer dat Syl kennis maakte met vrienden en familie was op mijn verjaardag jaren geleden. Toen iedereen al wat glazen bubbels achter de kiezen had, ging de bel. Mijn schoonmoeder liep naar de voordeur. Wat een ge-wel-di-ge timing! Uitgerekend mijn schoonmonster! Ze deed de deur open en stond als aan de grond genageld. Daar stond Syl, in een zwarte cape met enorme capuchon. Haar gezicht in schaduw gehuld en haar langer donkere haar over haar schouders golvend. Ze leek zo weggelopen uit een Harry Potter film. Syl houdt wel van een beetje choqueren en dat was haar met dit groots entree goed geluk. De plotselinge stilte en geschrokken gezichten waren het beste cadeau van dat jaar. Hilarisch vond ik het! Ze had ook nog wat voor me meegenomen. Een ouderwetse takkenbezem. Ik heb hem nog steeds.

Eddy vindt haar doodeng maar ziet er de humor wel van in. Naast onze chique Gooische vrinden en onze nieuwe Brabantse vriendengroep, vind ik Syl een welkome afwisseling. Een tijdje geleden zijn Eddy en ik met Syl op stap geweest. Toen we midden in de nacht, een tikje tipsy, richting huis gingen, viel Syl een enorme boom op. “Heb je weleens de energie van een boom gevoeld?”, vroeg ze. “Ikke niet, dus kom maar op!”, lalde ik. We hebben toen samen de boom geknuffeld. “Voel je hoe we verbonden zijn met de kosmos?!”, riep Syl, terwijl ze de oude eik innig omhelsde. “Ik voel die cosmo’s enorm!”, gilde ik terug. Eddy, mijn oudere en vooral wijzere zus, bleef op een afstandje staan kijken en vierde met een sjekkie dat ze gestopt was met roken. Ze heeft gelukkig geen foto van ons op Facebook gezet.

Toen ik laatst met de hond door het bos liep, heb ik het nog een keer geprobeerd. In mijn nieuw winterjas met bijpassend mutsje (want zelfs in het bos kun je een lady zijn) heb ik een boom ‘ge-hugd’. Benieuwd of ik nou echt wat zou voelen. Helaas ben ik daar nog niet achter gekomen. Ik werd namelijk aangesproken door bezorgde wandelaars die zich afvroegen of ik uit een instelling ontsnapt was. Ik zei dat ik elk moment kon worden opgehaald door het taxibusje en ben met het schaamrood op mijn wangen afgedropen.

Vandaag gaan Eddy en ik een kerstboom uitzoeken bij de kweker. Er komt dan een kaartje met onze naam aan te hangen en zo zijn we verzekerd van een prachtige boom die we, daags na Sinterklaas, onze huiskamer in sleep. Wat Eddy kiest, weet ik niet maar ik neem er één MET kluit. Dan kan ik hem dit voorjaar met bedanken voor de fijne kerst. Met een enorme knuffel.

Jan

zondag 16 november 2014

Afknapper



In deze moderne tijden moet je er voor zorgen dat je er altijd trendy en verzorgd bij loopt. Naarmate je ouder wordt, wordt het steeds lastiger hip te blijven. Voor je het weet ben je zo onsexy dat je de mensen om je heen rillingen bezorgt. Dat geldt natuurlijk niet voor mij. Ik ben pas eind dertig en nog goddelijk! Afgezien van een paar ‘Bridget Jones-achtige’ tekortkomingen kan ik er nog best mee door.

Mijn leidinggevende, een niet onaantrekkelijke man van in de 50 heeft bijvoorbeeld voorgoed afgedaan. In eerste instantie was hij nagenoeg perfect. Een mooi pak, vlot kapsel en een ‘George Cloony-like’ charme. Het ging hem voor de wind! Een sexy scheef glimlachje als hij je wat vroeg en hij kreeg alles voor elkaar. Vooral bij de dames op de werkvloer welteverstaan. Tot dat ene verschrikkelijke moment waarop het helemaal fout ging. “George’ zat de wekelijkse vergadering voor. Nadat ik me met wat ellebogenwerk voorbij twee vrouwelijke collega's had geworsteld, ging ik naast hem zitten. Zijn nieuwe luchtje rook heerlijk! Vast iets duurs van een Frans merk. Een stuk lekkerder dan de 'Old Spice' van mijn man Teun! Met Kerst moest ik die maar eens upgraden. 'George' stak van wal. Na enkele minuten leek hij zich te verslikken. Ik herkende duidelijk het geluid van een onderdrukte binnensmondse boer. Ach ja, dat kan de beste overkomen en hij had het netjes verdoezeld. Maar toen vulde de kleine vergaderruimte zich met de onmiskenbare geur van een frikandel speciaal. De geur kroop in mijn neus en het werd nauwelijks mogelijk mijn kokhalzen te onderdrukken. Het kostte me alle moeite van de wereld mijn gezicht in de plooi te houden. Wat smerig! Van Hollywood naar Maaskantje binnen een paar seconden. Mijn dagdromen zouden voortaan 'dagmerries' zijn. Eeuwig zonde!

Een paar dagen geleden gingen Eddy en ik samen op pad. Wij zijn echt een super shopping team! We weten precies wat de ander leuk vindt en zeiken openlijk af wat we niks vinden zonder daar enige vorm van doekjes om te winden. Lekker duidelijk! Dat laatste was ook nu weer noodzakelijk. Duidelijkheid.
Eddy hoort nu bij de 50+ club en al eerder moest ik daarom een reddingsactie inzetten. Het ging toen om een broek die ze wilde kopen. We waren aan het winkelen toen  Eddy een fijne broek van het model ‘knoop- en ritsloos hijsen’ zag. Veel stretch en lekker comfortabel. Groot alarm dus! MEGA AFKNAPPER! Onder enige dwang en met de belofte van een borrel bij de koffie kon ik haar meevoeren.

Nu gebeurde het volgende drama. Eddy zei zonder blikken of blozen dat ze nog even naar de ANWB winkel wilde voor een stormparaplu. Pardon? Dat kan dus echt niet. Blijkbaar gaan vanaf je 50ste je ‘not-cool’ alarmbellen niet meer af. Ik heb haar uitgelegd dat je beter af bent met een flutparaplu met panterprint dan met een stormexemplaar. Je moet aan je imago blijven denken. Voor je het weet loop je met je man in hetzelfde windjack over het strand en is uit de verte niet te zien wie de man is en wie de vrouw. Echt een ‘worst-case’ scenario!

Gelukkig hebben we deze afknappers weten te voorkomen en konden we met een gerust hart gezellig op pad. We waren net op tijd voor de bus. Huishoudbeurs, here we come!!

Jan


woensdag 12 november 2014

De eetlust van Nietzel


Mijn jongste heeft al vanaf minuut één dat hij er was stevige trek. Zoals jullie allemaal weten daalt in de eerste twee weken het geboortegewicht. En daarna stijgt het weer. De consultatiemafia, de verloskundige en natuurlijk mama zelf, houden dit nauwlettend in de gaten. Dat gewicht klimt dan namelijk gram na gram naar het startgegeven, om daarna, rondom een lichtgroen gemiddelde te golven. Maar Nietzel niet, Nietzel had daar geen last van.

Ik had een waarachtig borstvoedingsdrama achter de rug met dochter Nelleke. Daar was zelfs een lactatiedeskundige aan te pas gekomen. Kloven, zalfjes, tepelhoedjes, en zelfs een melkmachine voor twee tieten tegelijk, hadden mijn kraamtijd en zwangerschapsverlof finaal verknald. Ik zat in een strak melkschema, liep voortdurend krom van de pijn vanwege dreigende borstontstekingen, en mijn dochter heeft wekenlang gebruld van de honger. Dom hert als ik was had ik me door de consultatiewitches laten wijsmaken dat ik 'niet mocht opgeven', en, 'dat het een kwestie van doorzetten' was. En op zich hadden ze gelijk. Maar oh wat was ik blij met Jan die op een gegeven moment zei: 'ik loop nu naar de keuken en ik ga een fles maken voor die kleine. Dat kind kijkt scheel van de honger, en ik ga haar eten geven. Kolf jij maar een end weg Clara, ze gaat gewoon aan de poedermelk. Nu!'

Afijn op een gegeven moment liep het allemaal gewoon, maar ik had me voorgenomen, dit geëmmer...nooit meer. Toen Nietzel werd geboren, en vlak daarna werd aangelegd, hoorde je een luid en duidelijk 'Klonk!'. Nietzel had de melkkraan te pakken, hapte, dronk en liet nooit meer los. Hij groeide als kool, bleef bijna permanent aangekoppeld en is nooit ook maar één micromilligram afgevallen.

Zo is het gebleven met Nietzel. Alles vindt en vond hij lekker. Een mollig wollig peutertje met zo'n lekker buikje. Met Nietzel geen onderhandelingen over een aantal happen, of 'als je nu niet eet geen toetje!'. Nietzel schraapt de pannen leeg, en vraagt nadat hij zijn bord heeft volgeladen: 'had er nog iemand spaghetti gewild? Hij eet alles in een rap tempo, met veel smaak, op.

Nou had ik al wat beginnende twijfel. Over zijn gewicht en ook over hoe dat dan kwam. Want het buikje begint cellulitis te vertonen. Ik grill tegenwoordig al alles. We eten met zijn allen rookvlees, kipfilet en volkorenpasta. Chocola is uit ons woordenboek verdwenen. De smaak van chips kan ik me vaag herinneren en wij zijn allemaal spelenderwijs al wat kilo's kwijt. Behalve Nietzel. Nietzel blijft ongewijzigd. Hij is echter wél de aanleiding van deze zelfkastijding. Maar...Nietzel ziet er nog steeds uit als kleine boeddha, met wangetjes om in te bijten. Het regime is inmiddels strenger, alle vormen van suiker zijn geschrapt. Stevia, Slimpie, koolhydraatvrije pasta, Becel ultralight en magere melk. Gadver. Je kan net zo goed niet eten.

Tot ik laatst even stond te kletsen met een moeder uit de buurt. Die me in geuren vertelt dat Nietzel zo lekker kan eten. 'Huh? Wanneer dan? 'Nou, als ze hier aan het voetballen zijn en ik ben aan het koken, dan komt Nietzel gezellig kletsen in de keuken. En hij proeft hij alles wat ik maak. Ik heb vaak nog wel een restje Quiche staan, of wat satésaus, bladerdeeghapjes, soep, en daar kan hij zo heerlijk van genieten. Die kutkinderen van mij lusten namelijk helemaal niks.' 'Wààààt? Bladerdeeg? 'Satésaus? Dat is drieduizend calorieën per gram! Bij een andere moeder blijkt  Nietzel om 5 uur binnen te vallen om daar een lekker frikandelletje mee te pikken, of een bordje friet. Ondertussen windt hij de keukenprinsesjes om zijn vinger met verhalen over aangebrande aardappels (waar) en aangebrand vlees (ook waar).....

En zo is het dus gekomen, dat Nietzel 's ochtends wordt gewogen. En dat mijn verhouding met Nietzel én met sommige moeders hier in de buurt wat gespannen is. Als de groeicurve me te grillig wordt krijgt hij zijn T-shirt aan met daarop de tekst
'verboden te voederen'.

Eddy


zondag 2 november 2014

Tragisch


Vreselijke beelden zijn het. Vrouwen zoals ik. Moeders zoals ik. Toch is er een groot verschil. Je ziet dat hun haren al veel te lang niet zijn gewassen. Ze lijken de hoop te hebben opgegeven op een mooiere toekomst. Tijden zoals vroeger, toen ze nog dromen hadden, mooiere kleding en de wereld aan hun voeten lag. Daar is nu geen tijd voor. Hun kinderen zijn de voornaamste zorg en elke dag de onvermijdelijke vraag: “Wat zullen we eten?” Inmiddels zouden deze beelden me niet meer moeten choqueren maar het went nooit…

Kinderen lopen rond in vale hemdjes, hun haren tegen hun hoofdjes geplakt van het zweet. In de verte loopt een vrouw in een oude trui. Ik mag misschien al blij zijn dat ze íets heeft gevonden om aan te trekken. Overal is lawaai en gillen kinderen. Een paar jongens maken ruzie om een paar blokken. Zo triest om te zien. Er loopt een klein meisje te huilen. De tranen stromen over haar gezicht, ze heeft snottebellen en roept om haar moeder. Het is al zó gewoon geworden. Niemand kijkt meer op. Het meisje loopt snikkend door.

Gelukkig lopen er ook mensen rond die helpen. Mannen en vrouwen die ervoor hebben gekozen op zo’n vreselijke plek te staan. Elke dag weer. Bewonderenswaardig vind ik het. Ze zijn te herkennen aan hun gele shirts met logo. Continu worden ze aangeklampt met vragen. Regelmatig weten ze ruzie te voorkomen en geduldig staan ze de rijen vragende mensen te woord. Iedereen wilt weten waar hij aan toe is. Als er dan eindelijk eten is, stormen ze erop af. Ze lijken uitgehongerd. Geen kruimeltje blijft liggen, maar het is nooit genoeg.

Je krijgt nu vast een beeld voor ogen. Verdriet zoals we dat elke dag op het journaal zien. Mensen met nietsziende ogen die op de automatische piloot proberen te overleven. Een beeld van een vluchtelingenkamp vol ellende. Maar wat hierboven staat beschreven gaat niet over een land ver weg. Niet over een land vol mensen in oorlog, getroffen door ziekte of honger. Het gaat over ergens dichtbij.  Ik was er ook, want net als zij, doe ik ook alles voor mijn kind. Maar NOOIT ga ik nog naar een indoorspeeltuin!!


Jan